Iets meer dan een eeuw gelden werd de spoorlijn 128 tussen Ciney en Yvoir in gebruik genomen.
Ze wordt beschouwd als één van de mooiste spoorlijnen van België. De lijn volgt de Bocqvallei en heeft talrijke kunstwerken (bruggen, tunnels) en wordt momenteel door het Toerisme en SpoorPatrimonium vzw terug opgeknapt.
Dit kort document geeft een historisch overzicht van de Bocqlijn. Het is geen gedetailleerde beschrijving van de levensloop. De opeenvolgende bouwfasen en enkele exploitatiekarakteristieken worden weergegeven.
ONTSTAAN VAN DE LIJN
In 1888 werd een ontwerp uitgewerkt. Twee jaar later werd een concessie toegekend aan de Société Nationale de “”Chemins de Fer Vicinaux”” (buurtspoorwegen) met het oog op de bouw van een spoorlijn met normaal spoor tussen de stations van Ciney, dat sinds 1 mei 1858 gelegen is op de lijn van de “”Grande Compagnie du Luxembourg””, en Yvoir dat op de lijn naar Namur ligt van de “”Compagnie du Nord”” belge sinds 1862. Het is evenwel de “”Chemins de fer de l’Etat belge”” (staatsspoorwegen) die instonden voor de uitvoering van de werken: in 1894 werd het traject uitgetekend en op 15 maart 1896 werd de aanbesteding aangekondigd. De ingebruikname van de lijn 128 gebeurde in vier fases: de sectie Ciney-Spontin op 5 mei 1898, de sectie Ciney-Dorinne op 1 mei 1902, Dorinne-Evrehailles op 1 mei 1903 en Evrehailles-Yvoir op 1 juni 1907.
Klik op de stationsnamen om foto’s van toen te bekijken
-
Algemene kenmerken
De Bocqlijn is een enkelsporige lijn met een lengte van 21 km. Er liggen langs de lijn 12 stations of haltes: het zijn Ciney, Halloy, Braibant, Sovet, Senenne, Spontin, Spontin-Sources, Dorinne-Durnal, Purnode, Evrehailles-Bauche, Yvoir-Carrières en Yvoir. De stations van Spontin, Dorinne-Durnal en Evrehailles-Bauche hadden een uitwijkspoor om treinen te laten kruisen. De referentiesnelheid was 70 km/u.
Reizigersdienst “voyageurs”
De dienst op de lijn was eerder beperkt, gezien het landelijk karakter van de streek. In 1948 waren er op werkdagen zeven heen- en terugritten (omnibus) tussen de eindstations van de lijn; twee treinen reden verder tot in Dinant via lijn 154. De reis duurde ongeveer 40 minuten.
Goederendienst
Wegens de aanwezigheid van talrijke steengroeven (kalksteen) langs de lijn, was het goederenvervoer zeer belangrijk. Alle stations, behalve Sovet en Yvoir-Carrières, bezaten een goederenkoer.
Tractievormen
Na de Tweede Wereldoorlog werden de reizigerstreinen verzekerd door motorwagens (type 551 en 553) onderhouden door de stelplaats van Ciney. De goederentreinen daarentegen werden getrokken door stoomlocomotieven van het type 29 (stelplaats Ronet), en door de typen 81 en 93 (stelplaats Ciney). Later werden de diesellocomotieven van Ronet ingezet voor de bediening van de lijn.
-
Wegens een exploitatietekort vastgesteld door de NMBS, werd de reizigersdienst op lijn 128 opgeheven op 31 juli 1960 en vervangen door een autobusdienst. De goederendienst werd nog in hetzelfde jaar beperkt tot de sectie Ciney-Evrehailles; en werd op het einde van de jaren 60 opgeheven tussen Evrehailles en Spontin. Bleef enkel nog in dienst de sectie Ciney-Spontin (Sources) voor de bediening van de steengroeve “”Carrières de la Rochette””; die ballast leverde voor de NMBS. Op 7 november 1983 werd de volledige sluiting aangekondigd.
-
Het Toerisme en SpoorPatrimonium heeft sinds enkele jaren belangstelling voor het heropenen van de Bocqlijn. Met de hulp van vrijwilligers werd begonnen met het verwijderen van het struikgewas op de sectie Ciney-Dorinne en liet er op 11 september 1992 voor het eerst opnieuw een ex-NMBS motorwagen rijden. Dit experiment werd in de komende jaren meermaals herhaald. Sinds 1999 is er wekelijks op zon- en feestdagen, tussen maanden juni en september een treindienst.
Met deze regelmatige ritten wil het TSP een zo breed mogelijk publiek aantrekken om via het spoor de vele facetten van de magnifieke Bocqvallei te laten ontdekken.Het uiteindelijk doel is de lijn volledig te bewaren en over de ganse lengte toeristisch uit te baten tussen Ciney en Yvoir.