November 2020 : dwarsliggers tussen Dorinne en Purnode

Op 17 november heeft een ploeg de laatste oorspronkelijke dwarsliggers vervangen op het in 2007 heropende baanvak tussen Dorinne en Purnode. Die dwarsliggers bleven toen liggen wegens tijdsgebrek: er was niet enkel de tijdsdruk om dit deel te heropenen, maar in Spontin moest ook het wijkspoor worden aangelegd. Op dat moment waren ze nabij de tunnel van Lèche nog in een redelijke staat. Dertien jaar later was een vervanging echter noodzakelijk aangezien de toestand van de dwarsliggers zorgwekkend begon te worden.

Dankzij ‘Pupuce’, onze machine om dwarsliggers te vervangen, konden in een periode van 4 uur 35 dwarsliggers uitgewisseld worden. Van 1999 tot 2015, toen we deze machine nog niet hadden, kon een ploeg van tien vrijwilligers op een hele dag hooguit 30 dwarsliggers vervangen, een zwaar en vermoeiend werkje.

Daarna werd manueel een dwarsligger aan de tunnel van Durnal vervangen. Die was beschadigd door een illegaal kampvuur. Door de beperkte ruimte kan ‘Pupuce’ hier niet worden ingezet.

20 november was een topdag op lijn 128. Dankzij het grote aantal vrijwilligers konden drie werven georganiseerd worden.

De dag begon met een samenkomst op het perron van Dorinne-Durnal dat op dat moment in een dikke mist was gehuld. De taken werden verdeeld en de werkploegen werden samengesteld.

Met een diensttrein werden de vrijwilligers naar de verschillende werkzones vervoerd.

Een eerste ploeg controleerde, smeerde en verstevigde de lasplaten tussen Purnode en Dorinne terwijl de tweede ploeg een beschadigde spoorstaaf verving in de tunnel van Durnal. Er werden onregelmatigheden in het staal ontdekt: het leek er op dat er tijdens de productie van de spoorstaaf luchtbelletjes in het metaal waren ontstaan. Omdat dit een railbreuk kan veroorzaken, werd ze vervangen door een rail die overgebleven was na de vernieuwing van spoor I te Dorinne-Durnal.

In de tunnel konden we aan de hand van de metalen identificatieplaatjes vaststellen dat er nog steeds de oorspronkelijke dwarsliggers uit 1900 lagen. De totale duisternis en het constante microklimaat in de tunnel hebben er voor gezorgd dat ze in een perfecte staat bleven.

De vervanging van de spoorstaaf was voltooid tegen de middag waarna deze ploeg zich naar Purnode begaf. Hier waren immers twee bouten in een lasplaat gebroken waardoor het spoor verplaatst was. Over een afstand van 90 m werden de bouten losgemaakt waarna het spoor met behulp van een schroef weer op de juiste plaats werd gebracht. Tot slot konden twee nieuwe bouten geplaatst worden.